Een ietwat melige blog dus deze keer. Het is dan ook niet
voor niets de ‘kaarsjes-, cadeautjes-, belletjes- Mariah Carey- en brandend
haardvuur-tijd van het jaar’.
Maar ken je ook dat gevoel niet van vroeger toen je van een
schoolreis terugkeerde, of van een scoutskamp, of van die eerste fantastische
weekend-reis naar zee met alleen maar 15-jarige hormonaal opgehitste vrienden
(dit is slechts een hypothetisch voorbeeld) … dat gevoel dat je onmogelijk uit
kon leggen hoe het was geweest. Ik ken het alvast, ik was zelfs altijd wat
geïrriteerd toen men mij vroeg, ‘En? Hoe is ’t geweest?’. Hoe kon je namelijk dat overweldigend gevoel
beschrijven van wat je had meegemaakt , wat je had gezien, geproefd, …, die ontelbare
mogelijkheden die je opeens zag.
Eerlijk? Ik heb dat gevoel na elke reis nog altijd een
beetje.
Maar ik heb wel een truc geleerd. Ik heb geleerd nooit te
vertrekken, maar altijd ergens heen te gaan.
Wanneer ik bijvoorbeeld Borneo verliet, zo’n 3 weken
geleden, waar ik inspirerende gelijkgezinde collega’s ontmoette, toffe ideeën
heb opgesnoven en prachtige beelden op mijn netvlies waren aangebrand, en ik op weg was naar Kuching-airport, dan
verliet ik Borneo niet, ik reisde gewoon verder naar een nieuwe bestemming,
naar soms diezelfde collega’s die 2 weken later in Barcelona aanwezig waren.
En, nog belangrijker, ik hou me dan ook altijd voor zeker terug te keren.
Het is een simpele truc, maar het werkt, het haalt die druk wat weg.
Want, en ik heb het daar nog altijd soms moeilijk mee, zelf
een zeer actief reiziger zijnde, ik blijf nog altijd jaloers op die mensen die
me op een feestje melden dat ze binnen een weekje een weekend naar Barcelona
gaan, gelukzakken, denk ik dan, vergetend dat ik er zelf juist vandaan kwam. Of
nog erger, wanneer ik aankom in Brussel en het vliegtuig heb verlaten alwaar
aan de gate de nieuwe groep geluksvogels staat te blinken om te vertrekken,
kijk ik altijd wat angstig naar het bord met de bestemming. Wanneer het
dezelfde bestemming betreft ben ik ietwat gerustgesteld, ik ben er namelijk
zelf juist geweest. Wanneer het evenwel een andere bestemming betreft, zeg ik altijd hetzelfde woord in
mijn hoofd, ‘gelukzakken’ zeg ik dan, in mijn hoofd, om vervolgens mijn bagage op
te halen en te denken dat ik toch dringend weer eens in Borneo moet terug
geraken. Beetje hopeloos. Weet ik. Mijn geduldige therapeute vindt dat trouwens
ook.
Ik heb ondertussen een afdoend antwoord gevonden hoe te
reageren op de vraag,
‘En? Hoe is ’t geweest?’.
‘Goed,’ zeg ik dan.
‘Gewoon goed? Da’s alles wat ge kunt zeggen? Na 1 week Borneo?’, krijg ik dan
meestal als repliek.
‘Zeer goed, ik wil zeker nog eens terug’, probeer ik vervolgens, en ik zet mijn
schattig wasbeer-gezichtje op. Om vervolgens als echte kill mijn Engelse quote
boven te halen, ‘the art of travelling is never to leave, always to go back’.
Ondertussen mijn rechter wijsvingertje in de lucht stekend en over te gaan tot
mijn altijd werkende afsluiter:
‘En? Wat goed weer gehad hier?’
Tot in 2017, Jan